De bewonersgeschiedenis, getraceerd vanaf de late 18 de eeuw, meldt tot 1827 bewoning door de familie Giltay, een bekende naam in Dordt. Midden 19 de eeuw is het pand in eigendom bij Arie Klovert en Maria Degens, die er rond 1867 een garen- en bandwinkeltje drijven. Deze familie blijft circa 100 jaar eigenaar van het pand, waarin regelmatig een nieuwe winkelpui wordt aangebracht. In 1867 komen er een dubbele winkeldeur in het midden met beiderzijds een flinke etalageruit. De volgende generatie heeft voorkeur voor een deur rechts en één grote etalageruit, met de voor die tijd (1915)kenmerkende kleine ruitjes aan de bovenzijde. In 1916 is Voorstraat -dan genummerd 231- verhuurd en in gebruik bij een handel in muziekinstrumenten.
De volgende verbouwing stamt uit 1938, waarbij de winkelruimte wordt vergroot, ten koste van de achterliggende kamer die dan is te bereiken via schuifdeuren en wordt gebruikt als kantoor. De muren worden betegeld, de vloer is voorzien van terrasso.
Na de oorlog is er nog sprake van visartikelen en pas in 1958 komt er een andere eigenaar in beeld. Deze Michiel de Koning maakt een eetgelegenheid van het pand: hij gaat ‘voedings-middelen bakken in olie’ ofwel een automatiek beginnen. Hiervoor verdwijnt de winkelpui om plaats te maken voor een hal tot halverwege het pand, met een dwarsgeplaatste automatenwand. Het is een grote verbouwing waarmee in 1961 wordt begonnen en waarvoor hij een flink aantal vergunningen nodig heeft. Op de verdieping wordt een nieuwe woning gemaakt en op de tweede verdieping slaapkamers en een douche. Een ernstige tegenvaller is de slechte fundering waarvoor de eigenaar regelmatig Bouw- en Woningtoezicht op bezoek krijgt die het vaak niet eens is met de ingezette manier van verstevigen. Uiteindelijk worden stalen balken ingebracht en blijken de dieper gelegen gedeelten van de funderingsmuur nog in goede staat te zijn.
Automatiek Hap-Hap staat er met neonletters boven de pui als er eindelijk gestart kan worden met de verkoop.
De voorgevel is echter dusdanig aangetast dat de Monumentenstatus van het pand in 1971 wordt opgeheven.
Slechts een paar jaar later (1976) wordt al weer verbouwd -een trap en wanden- en in 1980 nogmaals, wanneer de automatiek een snackbar wordt. Ook vandaag de dag hangt er een frituurlucht in het pand, alleen is de oriëntatie van de gerechten nu Turks.
Het pand toont een eenvoudige laat-18 de eeuwse lijstgevel met de bijbehorende smalle voegen tussen de rode bakstenen in Waalformaat (20x5x6) met op de tweede verdieping nog de oorspronkelijke schuifraamkozijnen.
De achtergevel in gele ijsselsteentjes is waarschijnlijk laat 17 de eeuws en bestaat uit een benedendeel tot halverwege de begane grond, dat in de rooilijn ligt met de belendende gevels, daarboven ligt de gevel verder terug en staat ook enigszins gedraaid. Een oud schoorsteenkanaal is ter hoogte van de tweede verdieping gesloopt om plaats te maken voor een brede nieuwe schoorsteen.
Ter plaatse van de waterlijn bevinden zich twee fraaie smeedijzeren muurankers. Net boven de waterlijn een deurkozijn en daarnaast een dichtgezet raamkozijn. Ook alle andere vensters, behalve die op de tweede verdieping, zijn dichtgezet en wit geverfd.
Aan de binnenzijde is van al deze gevelopeningen niets terug te vinden. Wanden zijn betegeld of gestuct. Ook de vloeren en plafonds - nog oude balken en sleutelstukken?- zijn niet te beoordelen. Na alle verbouwingen zijn er ook verder in het interieur nauwelijks nog authentieke bouwonderdelen te vinden.
Alleen op de tweede verdieping aan de waterzijde de laat-17 de-eeuwse schuifvensters met twee maal acht ruitjes. Zo hebben de ruiten op deze verdieping er aan de Voorstraatkant mogelijk ooit ook uitgezien. In de kap bevinden zich nog enkele eiken kapspanten en gordingen en in de nok eiken windschoren die nog origineel lijken.